In het boek ‘Tijd Meesterschap’ heb ik een hoofdstuk geschreven over veranderen als goede voorouder (hoofdstuk 11).
Veranderingen moeten sneller en sneller gerealiseerd worden. De minister, wethouder, CEO, of bestuurder moet liever gisteren dan vandaag zichtbare resultaten overleggen aan de Tweede Kamer, de gemeenteraad, de aandeelhouders of de raad van toezicht. Wat in tien jaar tijd aan problemen is ontstaan, is echter niet in een paar weken of maanden op te lossen. Dat kost jaren. Wie heeft de lange adem? Wie durft zijn positie in de waagschaal te zetten en zijn opdrachtgevers, toezichthouders en leidinggevenden tegen te spreken en te zeggen: ‘Dit kan niet van vandaag op morgen. Tenminste niet als je geen schijnresultaat, maar een duurzaam resultaat wilt. Geef me de tijd en de condities om dit waar te maken!’?
Ooit zal ik verstrengeld raken in een belangenconflict met aan de ene kant – zeg maar – mijn pleegmoeders en aan de andere kant de sociale dienst.
En dat mijn pleegmoeders dan gaan roepen: “Neemt u hem, neemt u hem maar!”
Maar de sociale dienst blijft stug weigeren: “Hij is van u, wij hebben er niets meetemaken!”
En dan gaat de ene kant met lepels en borden smijten en de andere kant
gooit stapels formulieren en pennen terug.
En dat ik dan zelf moet kiezen tussen mijn pleegmoeders en de sociale dienst
en dat ik dan tegen mijn pleegmoeders en de sociale dienst ga kiezen, en voor het conflict, de ruzie.
En dat ik zo op een hardvochtige manier alsnog volwassen zal worden.